Taalbeschouwing

Wat leert uw kind bij taalbeschouwing?

Bij taalbeschouwing is uw kind bezig met het bekijken van taal. Niet de inhoud, maar de taalvorm staat centraal. Uw kind wordt gevoelig voor taal en leert bijzonderheden in taal ontdekken. Om dat te kunnen moet uw kind bewust worden van de taalregels die er zijn.

Het is vrij moeilijk om uit te leggen wat er met taalbeschouwing wordt bedoeld. Daarom geven wij een paar voorbeelden:

  • Chantal en Erik loopt naar huis
    (uw kind zal het opvallen dat Chantal en Erik twee personen zijn. En dat de persoonsvorm dus ook in meervoud moet worden geschreven. 'Loopt' moet in dit geval veranderd worden in 'lopen'. Dit is een voorbeeld van formele taalbeschouwing)
  • In het jaar dat Brutus Ceasar vermoordde, ontstond er onrust in de stad Rome. De schok die deze daad teweegbracht, duurde tot zeker laat in het najaar.
    (Uw kind leert bij taalbeschouwing dat het woord 'deze' terug verwijst naar de regel daarvoor. Dus naar de moord. Dit is een voorbeeld van formele taalbeschouwing)
  • Peter heeft veel affiniteit met kinderen.
    (Voor uw kind kan het woord 'affiniteit' erg moeilijk zijn. Uw kind is in staat om zelf een woordenboek te raadplegen om te achterhalen wat het woord betekent. Dit is een vorm van semantische taalbeschouwing.)
  • 'Donder op', zei Michiel tegen zijn leraar.
    (Uw kind weet dat het niet gepast is om op deze manier tegen zijn leerkracht te praten. Dit is een voorbeeld van pragmatische taalbeschouwing.)

Wij hopen dat u met deze voorbeelden een idee heeft over wat taalbeschouwing inhoudt.

Hoe kunt u daarin het best motiveren?

Het is vrij moeilijk om uw kind enthousiast te maken voor dit onderdeel. Over het algemeen is het zo dat kinderen de inhoud van een verhaal belangrijker vinden, dan om te kijken of de taalregels op de juiste manier zijn toegepast. Ook heeft u als ouder minder mogelijkheden om creatief aan de slag te gaan met taalbeschouwing.

Een van de manieren om uw kind enthousiast te krijgen is de opdrachten op een leuke manier te brengen. U kunt proberen om zelf enthousiast te blijven en daarmee proberen uw kind er ook enthousiast voor te maken.

U kunt grappige, leuke en spannende teksten selecteren voor uw kind. Op deze manier blijft uw kind misschien toch geboeid bij de opdracht. Of laat uw kind zelf zinnen bedenken die taaltechnisch onjuist zijn.

Instructies

Zorg voor duidelijke voorbeelden. Enkele voorbeelden vindt u ook op onze website. Deze kunnen ondersteuning bieden aan u om zelf meer voorbeelden te verzinnen.

Ook hierbij is het belangrijk dat u op de eerste plaats uw kind laat ontdekken. Dit kan op verschillende niveaus: Laat uw kind eerst zelf een fout in een zin ontdekken of motiveer om er een woordenboek bij te nemen. Lukt het uw kind niet om een fout in de zin te ontdekken, geef dan pas aanwijzingen. Mocht het dan nog steeds niet lukken, geef dan aan hoe u aan de juiste oplossing komt.

Materiaal

Maak gebruik van verschillende soorten woordenboeken. U kunt gewone woordenboeken gebruiken, maar op internet zijn ook andere woordenboeken te vinden. Bijvoorbeeld het rijmwoordenboek.

Op deze site staan ook enkele werkbladen, die u kunt gebruiken.