Taallijn

Taallijn is een combinatie van moderne wetenschappelijke inzichten in de taalontwikkeling van de kinderen die omgezet zijn in daadwerkelijke activiteiten. Deze activiteiten zijn gemakkelijk uitvoerbaar in de praktijk. Deze methode gaat er van uit dat, gekeken naar de taalontwikkeling van kinderen, niet alleen taalaanbod maar ook taalproductie van groot belang is gezien de taalontwikkeling van kinderen. In deze methode leren de kinderen vooral door interactie met elkaar. Wanneer zij samen in gesprek zijn, moeten zij in het belang van het gesprek de juiste woorden vinden om elkaar bepaalde dingen duidelijk te maken. Wanneer dit niet lukt, vullen de andere kinderen hen aan. Hierdoor leren zij veel van elkaar. Doordat zij op elkaar moeten letten om het gesprek te kunnen volgen en de juiste woorden te leren en te onthouden, zijn zij meer gericht bezig en leren hierdoor ook sneller.

Deze werkmethode wordt ook wel ‘taalontwikkelende interactie’ genoemd.

Om van deze gesprekken optimaal te kunnen leren is het belangrijk dat de volgende punten terug komen in het gesprek:

  • Het moet een onderwerp zijn wat de interesses van de kinderen wekt.
  • Er moet genoeg gelegenheid zijn om te experimenteren met verschillende aspecten van de taal.
  • Begeleiding van een volwassene, die de kinderen kan corrigeren of ondersteunen, mocht dit nodig zijn.

Doelgroep
In eerste instantie werd de taallijn ingezet in VVE-peuterspeelzalen. Door het grote succes is het nu ook terug te zien in het basisonderwijs. En dan wel in de groepen 1 en 2. Dit is gedaan zodat de basisschool goed aan kan sluiten op wat de kinderen al op de peuterspeelzaal hebben geleerd.

Doelen

  • Strategisch leren; hier ligt de nadruk op het motiveren van de kinderen om zelf problemen op te lossen. Hier worden verschillende manieren aangereikt die kinderen kunnen helpen in bepaalde situaties bij het oplossen van een probleem. Doordat zij zelf ook bezig zijn met nadenken over bepaalde problemen zijn zij beter in staat om zelf te bepalen wat zij willen leren en op welke manier ze dit willen doen.
  • Sociaal leren; hier gaat het om de interactie met andere mensen om hen heen. Door middel van het voeren van gesprekken leren zij de taal te begrijpen. Volwassene, leeftijdsgenootjes etc.. Doordat zij in gesprek gaan met andere, leren de kinderen snel nieuwe dingen. Doordat zij door middel van een gesprek met andere veel taal gebruiken, ontwikkelt hun taalvaardigheid op deze manier op een snelle en effectieve manier.
  • Betekenisvol leren; net als wij, vinden kinderen het erg belangrijk om dingen te leren die zij zelf ook kunnen gebruiken. Daarop is dit doel gericht. Kinderen zinvolle dingen te leren. Wanneer kinderen iets aanspreekt zullen zij hier sneller iets van leren. Dit geldt ook voor volwassene, als wij iets interessant vinden, pikken wij het veel sneller op. Dus is dit doel gericht op kinderen om hen activiteiten aan te bieden die zij in het dagelijkse leven ook tegen kunnen komen.